Osteopathie
De naam osteopathie is een samenvoeging van twee Griekse woorden ‘osteon’ en ‘pathos’.
Osteon betekent weefsel, waarvan de meest vaste vorm ‘os’ is, wat bot betekent.
Pathos betekent gevoel. Letterlijk vertaald gaat het in de osteopathie dus om het gevoel krijgen voor beweging van de lichaamsweefsels.
De grondlegger van de osteopathie is de Amerikaanse arts Andrew Taylor Still (1828-1917).
Hij kwam tot het inzicht dat alle lichaamsweefsels een zekere mate van beweging behoren te vertonen en dat verlies van deze beweeglijkheid een nadelige invloed heeft op de gezondheid.
Een uitspraak van A.T. Still: “Daar waar weefsels goed beweeglijk zijn krijgt ziekte geen kans”. De osteopathische denkwijze is holistisch, d.w.z. de mens wordt als een geheel gezien en alles staat met elkaar in verband.
In de V.S. is osteopathie sinds 1966 wettelijk erkend en geïntegreerd in de reguliere medische opleiding. Via Engeland en Frankrijk is de osteopathie in Europa bekend geworden.
In Nederland is osteopathie nog relatief jong maar krijgt steeds meer erkenning.